dinsdag 29 december 2015

Kaatsheuvel moet niet zwichten voor de onderbuik?

Onder de kop 'Kaatsheuvel moet niet zwichten voor de onderbuik' vroeg BNR nieuwsradio zich af of de aangekondigde begeleiding van schoolkinderen van het speciaal onderwijs langs de noodopvang door ongewapende vrijwilligers niet stigmatiserend was voor de asielzoekers? 

Dat zou je natuurlijk al snel denken aangezien de Burgemeester die de maatregel afkondigde, benadrukte dat er geen sprake van concreet gevaar was. Ook volgens het COA is er uiteraard niets aan de hand.

Onderbuikgevoel? De concrete cijfers laten een heel ander beeld zien, AZC's zijn broeihaarden van (veiligheids)problemen:  




Ruim 2700 incidenten in Nederlandse asielcentra


In Nederlandse asielzoekerscentra zijn de eerste zes maanden van vorig jaar 2.741 (gewelds)incidenten geregistreerd. Daaronder zijn 124 intimidaties en bedreigingen, 80 zelfmoordpogingen, 13 zelfmoorden, 47 mishandelingen en 4 zelfverbrandingen. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), die de Volkskrant verkreeg na een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).
 
Het is voor het eerst dat de landelijke incidentencijfers van asielzoekerscentra naar buiten komen. Pas sinds anderhalf jaar houdt het COA een dergelijke lijst bij. Onder politieke druk na de zelfmoord van de Russische asielzoeker Aleksandr Dolmatov besloot het COA het registratiesysteem te verbeteren.


Registratie

Dolmatov pleegde in 2013 zelfmoord in een terugkeercentrum in Rotterdam. Een eerdere zelfmoordpoging was niet goed geregistreerd, waardoor verpleegkundigen onvoldoende over zijn situatie waren geïnformeerd. Bovendien was hij in het computersysteem onterecht aangemerkt als 'uitzetbaar'.

Het COA stelt dat de nu vrijgegeven cijfers niet nauwkeurig zijn, omdat het personeel nog moet wennen aan de registratiemethode. Wel zou de lijst een goed beeld geven van hoe het er in de asielzoekerscentra aan toegaat. In de eerste helft van 2014 zaten circa 12 duizend asielzoekers in Nederlandse centra. Inmiddels is dat aantal verdubbeld.

Als in een asielcentrum een incident plaatsvindt, moeten medewerkers dat sinds vorig jaar binnen een dag invoeren in een systeem. Daarna moet binnen vijf dagen een feitenonderzoek plaatsvinden. Bij strafbare feiten moeten ze de politie inschakelen.

Maar dat gaat lang niet altijd goed, blijkt uit de Rapportage Incidentenregistratie. Incidenten worden vaak te laat of helemaal niet gemeld. Dat komt doordat medewerkers geen tijd hebben om te registreren of incidenten niet belangrijk genoeg vinden.


'Wanhoop'

"Ze kampen vaak met trauma's en zitten in onzekerheid over de asielprocedure. Als mensen overgaan tot dermate heftige acties als zelfverbrandingen, zegt dat iets over de wanhoop"
'Voor ons is het registreren van incidenten ondergeschikt aan het bijhouden van personalia van de asielzoekers', zegt COA-woordvoerder Jan-Willem Anholts. 'Voorheen was er simpelweg een Excelbestand per locatie, nu koppelen we het aan ons landelijke systeem. Doordat er onder het personeel nog onduidelijkheid bestaat over de categorie-indeling, zijn de cijfers niet accuraat. Zo zijn er van de dertien zelfmoorden in het systeem maar drie bekend bij de GGD. Maar onder de streep klopt het.'

Op Tweede Kerstdag vond in het asielcentrum in Dronten (duizend plaatsen) een steekpartij plaats, waarbij drie leden uit één gezin gewond raakten. Volgens de politie was er sprake van huiselijk geweld. In november was in het centrum in Overloon een massale vechtpartij, waarbij stokken en messen werden gebruikt. In veel centra neemt de druk op bewoners toe, nu de aantallen asielzoekers snel groeien en mensen lang moeten wachten op een verblijfsvergunning, huis of gezinshereniging.

Op de incidentenlijst van het COA zijn 46 categorieën opgenomen. Die variëren van onacceptabel gedrag (461 keer) tot het niet schoonhouden van de eigen leefomgeving (173 keer). Verder waren er onder meer 58 vermissingen, 23 hongerstakingen en was er 10 keer het vermoeden van mensenhandel.

Volgens Vluchtelingenwerk Nederland zijn de vele incidenten een logisch gevolg van de situatie waarin de asielzoekers zitten. 'Het gaat om mensen die uit verschrikkelijke omstandigheden komen', zegt een woordvoerster. 'Ze kampen vaak met trauma's en zitten in onzekerheid over de asielprocedure. Als mensen overgaan tot dermate heftige acties als zelfverbrandingen, zegt dat iets over de wanhoop.'

 

'We zijn geen statistici, maar een opvanglocatie'

"Onze locatiemanagers zijn precies van op de hoogte van wat er gebeurt. Ze hebben daar geen registratiesysteem voor nodig"
Hoewel het registratiesysteem van het COA nog niet op orde is, weet de organisatie volgens Anholts wel degelijk wat er speelt. 'Onze locatiemanagers zijn precies van op de hoogte van wat er gebeurt. Ze hebben daar geen registratiesysteem voor nodig. We zijn geen statistici, maar een opvanglocatie.'

Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie), die dinsdag nog vragen stelde aan staatssecretaris Teeven over incidenten in asielzoekerscentra, vindt dat onacceptabel. 'Uit dit rapport blijkt bovendien dat medewerkers twijfelen aan nut en noodzaak van de registratie, dat er onvoldoende sturing en aandacht is voor registratie en dat het gevaar van willekeur aanwezig is.'

Hij gaat Teeven het vuur aan de schenen leggen. 'Ik wil weten wat hij met dit rapport heeft gedaan en welke verbeterslagen nog gemaakt worden om dit probleem serieus op te pakken. Zeker na het Dolmatov-debat mogen we meer urgentie verwachten van de staatssecretaris.'

De Onderzoeksraad voor Veiligheid benadrukte naar aanleiding van de zelfmoord van Dolmatov het belang van goede gegevensuitwisseling.

Bron: Volkskrant 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten